Spelling verenkelen/verdubbelen en verlengen

12345678910
Across
  1. 4. 200
  2. 6. Alle vliegtuigen vertreken vanop het ...
  3. 9. Wij ... van de kou.
  4. 10. Niet vroeger, maar ...
Down
  1. 1. Vraag en ...
  2. 2. Schoenen die je alleen binnen draagt (sloefen)
  3. 3. Ik heb dat niet gedaan! Dat is niet mijn ...
  4. 5. Een tafel, een stoel en een kast zijn allemaal ...
  5. 7. Juwelen zijn vaak gemaakt van zilver of ...
  6. 8. Hiermee eet je soep