speurtocht

12345678910111213141516171819202122
Across
  1. 5. Aanduiding van een plek, tegenover ‘hier’.
  2. 6. Kan een plattegrond of wenskaart zijn.
  3. 9. Een cijferpuzzel met negen vakjes per rij, kolom en blok.
  4. 11. Heimwee naar vroeger tijden.
  5. 13. Verwijzing naar iets dichtbij.
  6. 14. Het startpunt van iets.
  7. 16. Vorm van ‘kunnen’, duidt op mogelijkheid.
  8. 17. Zoekspel met aanwijzingen en opdrachten.
  9. 18. Wat je zegt als iemand arriveert.
  10. 21. Uitdaging met stukjes of raadsels.
  11. 22. Daar koop je brood en gebak.
Down
  1. 1. Wat je stelt als je iets wilt weten.
  2. 2. Niet niets, maar ook niet alles.
  3. 3. Zet iets in elkaar of creëer iets.
  4. 4. Eindpunt van een reis of tocht.
  5. 7. Geografische aanwijzingen met cijfers en letters.
  6. 8. Een frisse wind in huis, of een wandeling.
  7. 10. Geheimschrift of code leesbaar maken.
  8. 12. De eerste maaltijd van de dag.
  9. 15. Komt vóór alles wat daarna komt.
  10. 19. Zoet gebakje met een warme specerij.
  11. 20. Grote winkel waar je boodschappen doet.