Sport en Spel

12345678910111213
Across
  1. 1. je vindt iemand geweldig
  2. 3. doelverdediger
  3. 5. onhandig gedoe
  4. 8. finish
  5. 9. je evenwicht bewaren
  6. 10. horloge waarmee je tijd aftelt
  7. 11. gooien
  8. 13. ergens omheen gaan staan
Down
  1. 2. het gaat niet door
  2. 4. iets wat je kan doen
  3. 6. raken
  4. 7. teken dat je mag beginnen
  5. 9. ergens aan hangen
  6. 12. handvat, waar je iets kunt vastpakken