Across
- 3. Een hard verband dat om je gebroken arm of been wordt gedaan, zo is je arm of been beschermd en kunnen de stukken bot weer aan elkaar groeien.
- 6. De plek waar iets gebroken is.
- 9. Een dokter die mensen opereert.
- 10. Een kamer waar je alleen ligt, zonder andere mensen.
- 11. Zieke mensen verzorgen.
- 12. Een plek vlak bij de ingang van een gebouw. Daar zit iemand bij wie je je moet melden als je binnenkomt.
- 13. De afloop of het resultaat. Maar ook: pukkeltjes of vlekjes op je huid.
- 14. Je ziekte aan iemand anders doorgeven. Bijvoorbeeld als je verkouden bent, kun je andere mensen aansteken. Je komt dan zo dicht bij hen, dat zij ook verkouden worden.
- 17. Een behandeling die maan één dag duurt. Je hoeft dus niet in het ziekenhuis te blijven slapen.
- 19. Een dokter. Iemand die als taak heeft zieke mensen beter te maken.
- 20. In het ziekenhuis is dit een kamer waar een arts dingen met zijn patiënten bespreekt.
Down
- 1. Verdoofd. Als je onder narcose bent, lijkt het net alsof je heel diep slaapt. Je voelt dan niet dat je wordt geopereerd.
- 2. Als je naar het ziekenhuis gaat en daar moet blijven. Bijvoorbeeld voor een onderzoek of operatie.
- 4. Een speciale kamer in het ziekenhuis waar de operaties worden gedaan.
- 5. Wie op hygiëne let, zorgt ervoor dat alles netjes en schoon is. Dat doet hij omdat hij niet ziek wil worden door bacteriën.
- 7. Een deel van het ziekenhuis speciaal voor kinderen.
- 8. In het ziekenhuis is dat de tijd van de dag waarop familie en vrienden een patiënt mogen bezoeken.
- 15. Apparaten die bij elkaar horen.
- 16. Een ruimte waar je wacht tot je aan de beurt bent.
- 18. Een besmettelijke ziekte gaat van de ene persoon naar de andere persoon.
