Across
- 3. Iedere juf gebruikt een andere ..... om pestgedrag tegen te gaan.
- 6. De ..... mocht de vader doorknippen.
- 7. De ..... is nog erg moe, maar erg blij met haar zoontje.
- 11. De opdracht mocht ik niet anders uitvoeren, het moest zoals ......
Down
- 1. Het reumafonds kwam aan de deur om een ..... op te halen.
- 2. Ik kon zien dat ik het goed deed, want de meester knikte ......
- 4. Het net opgestarte bedrijf staat nog in de ......
- 5. De ..... was maar net op tijd voor de geboorte aanwezig.
- 8. De juf was het niet eens met wat we deden, ze knikte erg .......
- 9. Ik mocht nog niet doorgaan met de volgende opdracht, ik moest ..... eerst deze opdracht afmaken.
- 10. De juf moest ....., anders was de ruzie uit de hand gelopen.
- 12. De ..... verliep goed, er is een prachtig meisje geboren.
