Taalbeschouwing 2de leerjaar

12345678910111213141516171819
Across
  1. 1. Mijn oma kan niet goed horen of ze is ...
  2. 4. Die doos is niet licht maar ...
  3. 5. Mijn mama maakt de wortels fijn, ze is ze aan het ...
  4. 8. Stijn was aan het schilderen en er hangt een ... verf aan zijn kleren
  5. 9. Steeds veranderen van kanaal op de televisie of ...
  6. 11. In de klas is het heel stil, zelfs ...
  7. 12. Er is veel lawaai in de gang of er is veel ...
  8. 14. Het staafje dat ervoor zorgt dat we de klok horen noemen we ook ...
  9. 15. Als ik een fout opschrijf in de klas moet ik het ...
  10. 16. Ik droom vaak van een fantastische plaats of een ...
  11. 17. Het verhaal van de juf was erg lang of ...
  12. 19. Een ander woord voor schuin
Down
  1. 2. Als ik een mopje uithaal met iemand ben ik die persoon aan het ...
  2. 3. Niet wit maar ...
  3. 6. Lies gaat in het geheim een snoep uit de kast halen. Ze doet dit ...
  4. 7. Niet zuur maar ...
  5. 9. Die man loopt hier zomaar rond, die is aan het ...
  6. 10. Om 8 uur was Thibaut al ...
  7. 13. Ik speel met mijn beste vriend of mijn ...
  8. 18. Ik zag een spin, ik begon heel luid te ...