Taalschat blok 2 en 3

12345678910111213
Across
  1. 6. opbrengst
  2. 8. indruk maken
  3. 9. innen, binnenhalen
  4. 11. geurig maken
  5. 12. weer goedmaken
Down
  1. 1. slachthuis
  2. 2. suikerziekte
  3. 3. onvoorbereid uitvoeren
  4. 4. bijverschijnselen die een ziekte erger maken
  5. 5. maar af en toe
  6. 7. een overtuiging opdringen
  7. 10. kortgeleden
  8. 13. een optocht houden