Tegenwoordige tijd

12345678910
Across
  1. 4. De leerkracht wiskunde _______ me altijd een nota als ik mijn boek niet bij heb. (geven)
  2. 5. Als we niet willen buizen op z'n toetsen, moeten we heel hard ______________. (studeren)
  3. 8. "Meneer, moeten wij deze pagina ook nog _______?" (kennen)
  4. 9. Nico haalt de bus niet, als hij niet ___________. (loopt)
  5. 10. Ik ga niet met de fiets naar school, als het zo hard _________. (waait)
Down
  1. 1. Tijdens de vakantie,________ mijn leerkracht Nederlands dagen aan een stuk. (schilderen)
  2. 2. De hond _______ elke keer als er een voetganger voorbij stapt. (blaffen)
  3. 3. _________ is echt niet mijn favoriete onderdeel van de les. (tekenen)
  4. 6. Ik denk dat ik ben geslaagd, maar ik weet niet of hij wel zo ________. (denken)
  5. 7. De leerkracht ______ altijd als we slechte punten halen. (roepen)