Across
- 5. Het moet echt.
- 7. Iemand die naar een sportwedstrijd komt kijken.
- 8. Stomverbaasd.
- 10. Vaak.
- 11. Een hal voor binnensporten, zoals volleybal en basketbal.
- 13. Zeuren.
- 14. Hard rennen over een korte afstand.
- 15. Iemand (meestal een bekend persoon) die je geweldig vindt.
Down
- 1. Naar de zijkant.
- 2. Langzaam lopen, je tilt je voeten niet goed op.
- 3. Iemand die een sporter of een sportploeg laat oefenen.
- 4. Een ovale baan van 400 meter lang waarop hardloopwedstrijden gehouden worden.
- 6. De hele tijd, het houdt niet op.
- 9. Bijna nooit.
- 11. Een groot sportterrein met tribunes eromheen.
- 12. Heel erg moe.
