Across
- 5. Een apparaatje waarmee je beter kunt horen.
- 6. Als je je aandacht goed bij één ding houdt.
- 9. Iets van de ene taal omzetten in een andere taal.
- 10. Als een hond zijn staat snel heen en weer beweegt.
- 11. Een deel van iemands lichaam dat niet helemaal in orde is.
- 12. Een bril met maar één glas.
- 13. Zielig, jammer.
Down
- 1. Als je niet zo goed kunt horen.
- 2. Als je dingen over jezelf vertelt, maar daarbij flink overdrijft.
- 3. Een papier waarop staat dat je geslaagd bent voor iets.
- 4. Taal waarbij je praat door middel van gebaren.
- 7. Iemand die voor zijn beroep gesproken taal vertaalt naar gebarentaal.
- 8. Iets terugdoen of terugzeggen.
