Across
- 4. Een deel van iemands lichaam dat niet helemaal in orde is.
- 6. Taal waarbij je praat door middel van gebaren.
- 7. Als je je aandacht goed bij een ding houdt.
- 8. Iemand die voor zijn beroep gesproken taal vertaald naar gebarentaal.
- 9. Zielig, jammer
- 10. Je doet net alsof je iets niet hoort, maar eigenlijk hoor je het wel.
Down
- 1. Een apparaatje waar je beter mee kunt horen.
- 2. Als je dingen over jezelf vertelt, maar daarbij flink overdrijft.
- 3. Iets van de ene taal omzetten in een andere taal. Bijvoorbeeld Engels naar Nederlands.
- 5. Als je niet zo goed kunt horen.
- 11. Een papier waarop staat dat je geslaagd bent.
