Thema 2 week 2 zintuigen

123456789101112
Across
  1. 4. Het papier waarop staat dat je geslaagd bent voor iets.
  2. 9. Als je dingen over jezelf vertelt, maar daarbij flink overdrijft.
  3. 10. Een deel van iemands lichaam dat niet helemaal in orde is.
  4. 11. Een apparaatje waarmee je beter kunt horen.
  5. 12. Iets van de ene omzetten in een andere taal.
Down
  1. 1. Zielig, jammer.
  2. 2. Als je je aandacht goed bij één ding houdt.
  3. 3. Je doet net alsof je iets niet hoort, maar eigenlijk hoor je het wel.
  4. 5. Iets terugdoen of terugzeggen.
  5. 6. Als je niet zo goed kunt horen, ben je …….
  6. 7. De taal waarbij je praat door middel van gebaren.
  7. 8. Iemand die voor zijn beroep gesproken taal vertaalt naar gebarentaal.