Thema 3 - week 1

12345678910
Across
  1. 2. Hoge, lacherige geluiden maken.
  2. 5. Heel erg goedkoop.
  3. 9. Als iets erbij hoort.
  4. 10. Een grote winkel waar je spullen kunt kopen.
Down
  1. 1. Heel mooi, enig.
  2. 3. Erg leuk en modern.
  3. 4. Het is te betalen, het is niet zo duur.
  4. 5. Lukken.
  5. 6. In de war en zenuwachtig zijn, omdat er iets vervelends is gebeurd.
  6. 7. Heel erg duur.
  7. 8. Iets wat je het liefste wilt.