Thema 3 - week 2

12345678910111213
Across
  1. 4. Wat je geeft. Het kan geld of iets anders zijn.
  2. 7. Daarvóór
  3. 8. Het is nog maar net begonnen en moet zich nog ontwikkelen.
  4. 10. Het moment dat een baby geboren wordt.
  5. 11. Als je knikt, laat je merken dat je ermee eens bent.
  6. 12. De manier waarop iets gedaan dient te worden.
  7. 13. Je laat door je blik merken dat je er niet mee eens bent.
Down
  1. 1. Je bemoeit je ermee, omdat je denkt dat het anders verkeerd gaat.
  2. 2. Een baan in de vorm van een halve ton om op te skaten of skateboarden.
  3. 3. Een vrouw die net bevallen is.
  4. 5. Zo wordt het altijd gedaan, het is de gewoonte.
  5. 6. Een baby in de eerste vier weken na de geboorte.
  6. 7. Een vrouw die voor haar beroep helpt bij bevallingen.
  7. 9. Een koord waarmee de baby in de buik verbonden is met de moeder.