thema 4 Verandering: les 1

1234567891011121314
Across
  1. 2. Goed opletten, voorzichtig zijn.
  2. 5. Twee mensen die bij elkaar horen.
  3. 8. Iemand van wie de politie denkt dat hij iets strafbaars heeft gedaan.
  4. 10. Als je iets niet vaak gedaan hebt.
  5. 11. Als er een gelegenheid is, is er een mogelijkheid ergens voor.
  6. 12. Iets wat je koopt direct betalen.
  7. 14. Heel erg enthousiast.
Down
  1. 1. Iets wat je van te voren niet kunt voorzien.
  2. 3. Een politieagent die in een vaste wijk werkt.
  3. 4. Bij veel mensen bekend en geliefd.
  4. 6. De baas van de politie.
  5. 7. Kleine bijzonderheden.
  6. 9. Iemand die bij de politie werkt en boeven opspoort.
  7. 11. Op zo’n manier.
  8. 13. Als je iets vaak gedaan hebt.