Thema 6 puzzel 3

12345678910
Across
  1. 2. Teken op de telefoon of computer #.
  2. 4. Teken op de telefoon of computer ().
  3. 5. IJzeren band in je mond om je tanden mee recht te zetten.
  4. 6. Teken op te telefoon of computer @.
  5. 7. Duidelijk te zien.
  6. 8. De taal waarin je schrijft met beelden, zoals symbolen, pictogrammen, cartoons en tekens.
  7. 10. Een kleine, makkelijke tekening die iets betekent.
Down
  1. 1. Dit woord gebruik je als je zeker weet waarover het gaat.
  2. 3. Een grappige tekening.
  3. 5. Graag willen helpen.
  4. 9. Als iets logisch is, dan klopt het.