thema 6 week 3

1234567891011121314
Across
  1. 2. een grappige tekening
  2. 6. teken op de telefoon of computer
  3. 8. de taal waarin je schrijft met beelden, zoals symbolen, pictogrammen, cartoons en tekens
  4. 10. een kleine, makkelijke tekening die iets betekent
  5. 13. teken op de telefoon of computer
  6. 14. dit woord gebruik je als je zeker weet waar het over gaat
Down
  1. 1. duidelijk te zien
  2. 3. de persoon die de brief krijgt
  3. 4. teken op de telefoon of computer
  4. 5. graag willen helpen
  5. 7. het vlakke deel van een trap. Als je een trap oploopt, stap je steeds van de ene op de andere ....
  6. 9. als iets logisch is, dan klopt het
  7. 11. de persoon die de brief stuurt
  8. 12. ijzeren band in je mond om je tanden mee recht te zetten