Thema strips les 1 woordenschat

1234567891011121314151617181920
Across
  1. 2. Als het met tekenen te maken heeft.
  2. 5. De manier waarop je iets doet.
  3. 10. Benadrukken, beter laten uitkomen.
  4. 12. Uitwerken, de precieze details aanbrengen.
  5. 14. Tekenen. Versieren of toelichten met plaatjes.
  6. 15. Een gesprek tussen twee mensen.
  7. 17. De manier waarop je kijkt.
  8. 19. Laten horen of laten zien.
  9. 20. Een getekende mop.
Down
  1. 1. Scheppen, iets maken of bedenken.
  2. 3. Een soort tekenfilm. Beelden die op elkaar lijken, snel achter elkaar laten zien, zodat het lijkt alsof het bewegende beelden zijn.
  3. 4. De omgeving waarin iets zich afspeelt.
  4. 6. Met de kleinste bijzonderheden erbij.
  5. 7. De persoonlijkheid, dat wat je onderscheidt van anderen.
  6. 8. Voorstellen.
  7. 9. Opvallend en raak.
  8. 11. Schuingedrukt
  9. 13. De lettersoort, de manier waarop een letter getekend of gedrukt is.
  10. 16. Dat wat je met iets bedoelt. Het idee dat je een ander duidelijk wilt maken.
  11. 18. Met elkaar te maken hebben.