Across
- 3. golf
- 5. kikker
- 6. moeras
- 7. toevallig
- 12. rivier
- 13. ontrukken
- 15. lid
- 16. willen
- 17. tong
- 20. zenden
- 22. vaak
- 23. lichaam
- 25. god
- 26. menen
- 28. onder
- 29. verdelen
Down
- 1. omdat
- 2. breed
- 4. hoofd
- 7. maken/doen
- 8. koning
- 9. ijskoud
- 10. staan
- 11. hoewel
- 14. komen
- 18. eerste
- 19. reden
- 21. beginnen
- 23. geroep
- 24. zijn eigen
- 25. terwijl
- 27. hem
