unit 1

123456789101112131415161718192021222324
Across
  1. 1. moedig
  2. 3. jeschoudersophalen
  3. 5. onderdrukken
  4. 8. uitdagend
  5. 10. zichschrapzetten
  6. 11. wezenloos
  7. 15. veeleisend, kritisch, scherpzinnig
  8. 16. opspringen (stuiteren, kaatsen)
  9. 17. up naarvorenkomen, actie ondernemen
  10. 18. spannen, forceren
  11. 21. iets klaarspelen
  12. 23. giechelen
  13. 24. de agenda bepalen
Down
  1. 2. onderscheiden, waarnemen, bespeuren
  2. 3. (n) overleving
  3. 4. overleven
  4. 6. een kar
  5. 7. glijden in
  6. 9. broeikaseffect
  7. 12. duiken
  8. 13. (je nek) strekken
  9. 14. metkortemouwen
  10. 19. onderwerp, vak
  11. 20. uitdagen
  12. 22. war burgeroorlog