Across
- 2. Zo heet het neefje van Hugo.
- 5. Het merk van ome Geert z'n jeepje.
- 7. Welke vakantie is het bijna?
- 10. Dit land gaan jullie bezoeken deze zomer!
- 11. In wat voor winkel werkt Astrid?
- 12. Deze mevrouw helpt Walter met z'n lippen en tong.
- 15. Hoe heet het liefje van Margo?
- 16. Naar dit klasje ging Arnout 1x per week.
- 18. Hoe heet de middelbare school van Bram?
- 19. Van dit merk is het roze jasje van Astrid
Down
- 1. Het Engelse woord voor 'speelgoed'.
- 3. Dit wil Margo later worden.
- 4. Deze sport speelt Marian.
- 6. In deze plaats in Zuid-Holland werkt Jeroen.
- 7. In welke plaats gaan jullie straks naar school?
- 8. Welke sport is nu heel populair?
- 9. wat is het lievelingsdier van Bram?
- 13. In welke maand is Hugo geboren?
- 14. Deze sport speelt Jen.
- 17. Zo heet Jen voluit.
