Verrijk je taalschat blok 1

1234567891011121314151617
Across
  1. 2. Absoluut, beslist
  2. 3. Ook de naam
  3. 4. Noem eis (beperking) vooraf, iets wat eerst moet gebeuren
  4. 6. Heel aardig
  5. 10. Daar iets uit afleiden, conclusie trekken
  6. 15. Uitleggen
  7. 16. Goede redenen
  8. 17. In het vervolg
Down
  1. 1. Zenuwachtig
  2. 2. Voordeel hebben
  3. 5. Nagaan wie afwezig is
  4. 7. Niet normaal
  5. 8. Punten / eigenschappen
  6. 9. Doe alleen maar...
  7. 11. Opschrijven
  8. 12. Rust houden
  9. 13. Chagrijnig, in een slecht humeur
  10. 14. Verschijnsel / gebeurtenis