vocabulair 1

123456789101112131415161718192021222324252627282930313233343536
Across
  1. 2. Hij doet ..... hij de koning is.
  2. 3. Een zakmes is bij het kamperen altijd erg .....
  3. 5. Mandela was erg ..... in Zuid Afrika.
  4. 7. daarna
  5. 9. Deze dressing is gemaakt op ....van gember en knoflook.
  6. 12. Ik vond jouw.....over mijn nieuwe jurk erg onaardig.
  7. 13. De twee treinen zijn aan elkaar....
  8. 14. Op de tafel ligt een ....kranten.
  9. 15. in Augustus is het erg warm in Italië.
  10. 16. De ....van de winkel was dit jaar erg goed.
  11. 18. Deze winkel...... in allerlei kleurige stoffen.
  12. 19. Ik vind Engels een leuk ....
  13. 20. Ik kan altijd erg van het.....genieten.
  14. 22. Ze .....erg van het harde lawaai.
  15. 23. Wie is er eigenlijk.....voor de kinderen?
  16. 25. de trein heeft zijn ..... bereikt.
  17. 27. Ik lees elke week een interessant......
  18. 28. Haarlem heeft een prachtige.......
  19. 31. Tijdens mijn opleiding liep ik ....in een ziekenhuis.
  20. 32. ....iedere toerist bezoekt Amsterdam.
  21. 33. Ober,kan ik de .....krijgen?
  22. 35. De aandacht van de hond was.....op zijn eten.
  23. 36. Zit niet zo te zeuren!
Down
  1. 1. Stil! In de kerk moet je........
  2. 4. Deze soep smaakt erg.....
  3. 5. Ik heb op die baan.......
  4. 6. Nederland ......tot de rijkste landen van Europa.
  5. 7. Ik kreeg €25.....
  6. 8. Toen hij voor zijn examen slaagde, was hij erg......
  7. 9. Ik .....mijn geld liever aan nuttige dingen.
  8. 10. Ouders proberen hun kinderen positief te .....
  9. 11. heb ik vier uur Nederlandse les.
  10. 17. Wij hebben een ...... in Hotel Valkenburg geregeld.
  11. 21. In de winter is een warme jas niet.....
  12. 24. Wij gaan zondag een dagje naar de.....
  13. 26. De....tussen Noord-en Zuid Nederland is ongeveer 300 kilometer.
  14. 29. In Nederland is Sinterklaas vieren een ......
  15. 30. Hij ..... erg uit naar zijn vakantie.
  16. 34. Bungeejumpen vond ik een spannende .....