Across
- 1. spelen
- 5. eigen
- 7. rij
- 9. podium
- 10. delen
- 11. controleren
- 14. morgen
- 16. al
- 17. sturen
- 20. tournee
- 22. mengen
- 23. geluk hebben
- 25. opgewonden
Down
- 2. leren
- 3. kiezen
- 4. stilte
- 6. prijs
- 8. beroemd
- 10. gauw
- 12. gek
- 13. kopen
- 15. vorige
- 18. voorbeeld
- 19. creatief
- 21. geluid
- 24. concert
