Voorkennis geschiedenis begrippen

12345678910111213141516171819202122232425262728293031323334353637383940414243
Across
  1. 2. Iemand die volgens de paus niet op de goede manier in God gelooft.
  2. 5. Wat er gebeurt. (bijv. meer voedsel van het land).
  3. 7. godsdienst, gewoonten, omgangsregels, kleding enz horen bij je
  4. 8. Al die dingen waarmee je iets kunt leren over geschiedeni
  5. 10. De tijd voordat de geschiedenis begint.
  6. 12. Alles wat mensen verzinnen om als groep met elkaar te leven. Bijv. de taal,
  7. 13. Hoogste bestuurder van een woonplaats/gemeente.
  8. 14. kunnen per groep mensen verschillen.
  9. 16. Kruiden die het eten een betere smaak moeten geven, bijv. peper
  10. 18. Een vereniging van mensen met hetzelfde beroep, bijv het meubelmakersgilde.
  11. 19. De regering stelt vast welke godsdienst er is in het land. Vaak zijn andere godsdiensten dan verboden.
  12. 22. is van de grondeigenaar.
  13. 23. Mensen die rondtrekken en geen vaste woonplaats hebben.
  14. 24. De oudste christelijke godsdienst met de paus als leider.
  15. 26. De mensen die vanaf de 16e eeuw niet meer bij de katholieke kerk willen horen en hun eigen godsdienst beginnen.
  16. 27. Een bepaald gebied vanuit een vaste plaats besturen.
  17. 28. Een land met een koning/keizer of andere edelman als staatshoofd.
  18. 32. Iemand die opgravingen doet, zodat we kunnen leren over vroeger.
  19. 33. De leiding van een stad, een gemeente, een land of een organisatie
  20. 34. Niet bij een groep horend, je mag zelf beslissen.
  21. 37. Een streek of gebied binnen een land. (bijv. een provincie of een deel van een provincie).
  22. 38. Zeggen wat jij ervan vindt
  23. 39. Een land met (meestal) gekozen bestuurders.
  24. 41. De reden waarom iets gebeurt. (bijv mest strooien)
  25. 42. En groep mensen die advies geeft of iets bestuurt (bijv. een bedrijf besturen).
  26. 43. Bewoners van de steden.
Down
  1. 1. Een boer die op de grond van de leenman werkt en woont, en die vrijwel
  2. 3. Een periode uit de geschiedenis, met een begin- en een eindjaar.
  3. 4. Het verbouwen van eetbare planten op stukken grond (akkers).
  4. 5. Iemand die in dienst is van de kerk en mensen het geloof uitlegt
  5. 6. Het fokken en houden van dieren, als voedsel.
  6. 9. Bijzondere rechten die een stad kon kopen van de regering
  7. 11. Het kopen en verkopen van goederen of diensten.
  8. 14. Mensen die in God en Christus geloven.
  9. 15. In onze tijd de, door de bevolking van een plaats, gekozen mensen die de beslissingen nemen voor deze plaats.
  10. 16. Het hoogste bestuur van de Nederlanden.
  11. 17. Iets waarover je niet van mening kunt verschillen. Het is echt zo.
  12. 20. Iemand die het eigendom is van een ander mens.
  13. 21. De belangrijkste burger van het land, vaak een koning of president.
  14. 25. Het staatshoofd van een Republiek.
  15. 29. Een beroep waarbij je met de hand en eenvoudig gereedschap maakt.
  16. 30. Een stuk land dat bezit is van een ander land en door dat andere land wordt bestuurd.
  17. 31. Een land met een koningin of koning als staatshoofd.
  18. 35. Iemand die de geschiedenis bestudeert en onderzoekt.
  19. 36. Tijdperiode van 100 jaar.
  20. 40. Akkerbouw en veeteelt samen.