Across
- 3. De baby wordt na het drinken onmiddellijk ........................ . Hij drinkt en ...............gemiddeld ......./dag. Zijn urine is @/@
- 4. Drinkt een baby van bij de start 7 voedingen, komt hij goed bij en is hij @ en @ dan hoef je niet bezorgd te zijn.
- 7. Elke baby is @
- 9. Een baby heeft de .... tot .... maanden @ ................. - of flesvoeding nodig.
- 11. Een baby geeft ook @.
- 12. Vanaf ....... à ........ maanden schakel je over naar een @ combinatie van ........................ ........................ en ........................ .
Down
- 1. Een baby vertoont @. .............................. aan de handjes en lippen. ............................ draaien en zoeken naar de borst.
- 2. De eerste @ dagen heeft een baby ....... tot ...... voedingen nodig. Een baby eet om de ....... à ....... uur.
- 5. Het @ verschilt van baby tot baby.
- 6. De eerste 6 maanden zal elke baby 1 tot ................................... @ nodig hebben.
- 8. @ is ook teken dat de baby honger heeft.Verder brengt hij zijn ........................... naar de mond. En geeft een ...................................... indruk.
- 10. Na enkele ..................................... vindt de baby zijn @.