week 25 bram

12345678910111213141516
Across
  1. 3. als je bang voor iets bent of als het heel warm weer is.
  2. 5. rood fruit. eten we wel eens op beschuit
  3. 7. als jij een ijsje eet en Roos eet ook een ijsje dan eten jullie ...... een ijsje
  4. 8. sterke
  5. 10. een stukje in de krant over iets dat is gebeurd
  6. 15. als je heel vrolijk bent. je zegt: van ..... sprong ik een gat in de lucht
  7. 16. naar dit land gaan we vaak op vakantie
Down
  1. 1. tussen 12 uur en 6 uur overdag
  2. 2. als je iets heel erg vindt
  3. 4. als iemand nooit liegt dan kun je hem .....
  4. 5. als je weggaat bij Thale, dan neem je ....
  5. 6. dit plak je op een wondje
  6. 9. als je met je klas een hele dag ergens heen gaat dan ga je op .....
  7. 11. heel erg moeilijk
  8. 12. iemand die bijvoorbeeld vermoord wordt noemen we een ...
  9. 13. als je nog niet zeker weet of je gaat zwemmen dan zeg je: .... ga ik zwemmen
  10. 14. een klein mannetje dat in een paddestoel woont
  11. 15. heel spannend