Week 6 groep 6

1234567891011121314151617181920
Across
  1. 2. niet je vriend maar je ...
  2. 5. heel boos
  3. 6. een stevig materiaal voor bijvoorbeeld fietsen
  4. 10. de ene en de andere
  5. 11. geen jongens maar ...
  6. 13. vloerbedekking
  7. 14. als iemand weggaat, neem je ...
  8. 15. tijdens de gymles houden we een ...
  9. 16. als je ouders niet meer bij elkaar zijn
  10. 18. alles zelf willen doen
  11. 20. daarin woont de koning
Down
  1. 1. met je tanden op elkaar
  2. 3. met de fiets of in de auto kun je je verplaatsen
  3. 4. de politie zorgt hiervoor
  4. 7. een heel warm en droog stuk land vol zan
  5. 8. als je mes bot is, moet je hem laten ...
  6. 9. dat heeft een hert op zijn hoofd
  7. 12. daarvan zitten er veel in een boek
  8. 17. dit gebied hoort allemaal bij elkaar
  9. 19. de berg is erg schuin