Weektaak Spelling Tessa

1234567891011121314151617
Across
  1. 2. een soort dunnen legging
  2. 3. punten maken bij sport
  3. 5. iemand die de bal uit het doel weg moet halen bij sport
  4. 7. een manier waarom je iets doet
  5. 10. een sport met een aparte bal
  6. 11. een klein paard
  7. 12. een slang en een achtbaan
  8. 13. een tafel waar je aan werkt
  9. 14. een ander woord voor stoep
  10. 15. een bak waar vissen in rondzwemmen
  11. 17. een wagen die je achter je auto vast maakt waar je in kan slapen
Down
  1. 1. een soort bus waar je in kan slapen, zitten en rijden
  2. 4. iemand die ergens heel erg goed in is
  3. 6. een heel erg klein kindje
  4. 8. ontploffing
  5. 9. kleren die je in de nacht draagt
  6. 12. iemand die graag dingen in de fik steekt
  7. 14. een groep mensen die samen iets doen
  8. 16. een spel waarbij je vragen moet beantwoorden