Werkwoordenpuzzel Les 8

12345678910111213141516171819
Across
  1. 2. Hij ... altijd waar hij zelf zin in had! (Doen, vt)
  2. 3. Ik heb mijn huiswerk gister al ... (Doen, vtdw)
  3. 6. Hij had nog nooit zo van iemand ... als zijn moeder. (Houden, vtdw)
  4. 7. We zijn vorig jaar ook op schoolreisje ... (Gaan, vtdw)
  5. 8. Gisteravond ... ik naar een leuke serie op Netflix. (Zoeken, vt)
  6. 10. We wilden graag schaatsen, maar het had nog niet genoeg ... (Vriezen, vtdw)
  7. 11. Als het aan mij lag ... ik elke dag pizza als eten! (Kiezen, vt)
  8. 14. Gisteren heb ik de film Detective Pikachu ... (Zien, vtdw)
  9. 15. Omdat het weekend was, was ze lang in bed ... (Blijven, vtdw)
  10. 16. De hond ... de bal aan zijn baasje (Geven, vt)
  11. 18. Had jij antwoord op die vraag ... (Geven, vtdw)
  12. 19. Zij had een spannend boek ... (Kiezen, vtdw)
Down
  1. 1. Ik ... nooit zo van drop. (Houden, vt)
  2. 3. Om de schat te vinden hebben we een kuil in het strand ... (Graven, vtdw)
  3. 4. Ik ... Altijd met plezier naar zangles. (Gaan, vt)
  4. 5. Er moesten nog meer kinderen in de kring, dus iedereen is een stukje op... (Schuiven, vtdw)
  5. 9. Vorige week was ze naar de dierentuin ... (Zijn, vtdw)
  6. 12. Waarom ... je gister thuis, was je ziek? (Blijven, vt)
  7. 13. Toen ik moe was van het zwemmen, heb ik even op mijn rug ... (Drijven, vtdw)
  8. 15. Die mensen waren verdwaald, dus ik heb ze even de weg ... (Wijzen, vtdw)
  9. 17. Toen de hond was weggelopen, hebben zijn baasjes uren naar hem ... (Zoeken, vtdw)