Winter

1234567891011121314
Across
  1. 1. Kleding om je nek warm te houden. Het is ook een dier dat in het bos woont.
  2. 7. Kleding om je nek warm te houden
  3. 8. Een houten voertuig om van een heuvel mee naar beneden te glijden
  4. 9. Een warme, zoete drank die je voor de open haard kan drinken
  5. 11. Het koudste seizoen van het jaar
  6. 13. Het is koud buiten, doe een dikke, warme ..... aan
  7. 14. Een mannetje of vrouwtje met een wortel als neus
Down
  1. 2. Dit kun je op een bevroren meer of rivier doen
  2. 3. dit doe je aan zodat je geen koude vingers krijgt
  3. 4. Het is zo koud dat het water op het meertje is...
  4. 5. deze neerslag komt niet vaak meer voor in Nederland maar nog wel in Zweden
  5. 6. Brrr, ik heb het....
  6. 7. Op houten latjes van een berg afglijden
  7. 10. mijn oren bevriezen dus ik doe een .... op
  8. 12. Water onder nul graden verandert langzaam in...