winter

123456789101112131415
Across
  1. 1. Schade aan huid door extreme kou.
  2. 5. Een heel koud gebied rond de Noordpool.
  3. 7. Een dun laagje ijs dat zich vormt op koude oppervlakken.
  4. 9. Een plek in huis waar een vuur brandt om warm te blijven.
  5. 11. Een figuur van sneeuw, vaak met een wortelneus en een sjaal.
  6. 13. Een grote sneeuwstorm met harde wind.
  7. 14. Een slee die je over de sneeuw kunt trekken of waarmee je kunt glijden.
  8. 15. Een ijspegel die ontstaat door bevroren druppelend water.
Down
  1. 2. Een boom die altijd groen blijft, zelfs in de winter.
  2. 3. Een schoorsteen waar vaak rook uitkomt in de winter.
  3. 4. Een schep die wordt gebruikt om sneeuw weg te halen.
  4. 6. Gemaakt van wol, zoals truien en sjaals om warm te blijven.
  5. 8. Warme handschoenen zonder aparte vingers, behalve de duim.
  6. 10. Een klein, uniek stukje sneeuw dat uit de lucht valt.
  7. 12. Als dieren in de winter slapen om energie te besparen.