winter Flore Van Hemelryck

1234567891011
Across
  1. 3. schoen die je gebruikt op ijs.
  2. 4. seizoen na de herfst.
  3. 6. wit soort poeder dat uit de lucht valt.
  4. 9. vakantie die je op school hebt in de winter.
  5. 11. weinig licht.
Down
  1. 1. een witte beer.
  2. 2. bescherming voor je hand.
  3. 3. een soort man uit sneeuw.
  4. 5. kledingstuk voor op je hoofd.
  5. 7. doe je rond je nek.
  6. 8. man die op de noordpool leeft.
  7. 10. een wintersport op latten.