winter

1234
Across
  1. 1. je kunt ermee van de heuvel af
  2. 2. je kunt het bouwen en het heeft een neus en een hoed
  3. 3. je kunt er op schaatsen
  4. 4. je doet het op je hoofd
Down
  1. 1. het is wit en koud
  2. 2. het brengt je boven op de heuvel