Wiskundepuzzel

1234567891011
Across
  1. 4. Getal dat aangeeft hoe vaak een basisgetal met zichzelf wordt vermenigvuldigd. (8 letters)
  2. 5. Deel van een geheel, vaak weergegeven als teller en noemer. (5 letters)
  3. 7. Basisbewerking waarbij getallen bij elkaar worden gevoegd. (8 letters)
  4. 9. Twee of meer termen die dezelfde variabelen met dezelfde exponenten hebben. (12 letters)
  5. 11. De uitkomst van een vermenigvuldiging. (7 letters)
Down
  1. 1. Getal dat een ander getal precies deelt zonder rest. (5 letters)
  2. 2. Omgekeerde van kwadrateren; een bewerking die de basis van een kwadraat vindt. (6 letters)
  3. 3. Bewerking waarbij een getal herhaaldelijk bij zichzelf wordt opgeteld. (14 letters)
  4. 6. Uitkomst van een deling. (8 letters)
  5. 8. Resultaat van een getal vermenigvuldigd met zichzelf. (7 letters)
  6. 10. Het resultaat van een optelling.(3 letters)