Woord van het jaar 2020

12345678910111213141516
Across
  1. 3. Vrijwillig in afzondering gaan bij een besmettelijke ziekte
  2. 7. Iemand die contactonderzoek doet
  3. 8. Degenen die, tegen de consensus in, de maatregelen voor het indijken van covid willen versoepelen
  4. 9. Schroom die iemand ervaart als hij hoest in het gezelschap van anderen, die weleens zouden kunnen denken dat hij een ziekte heeft en anderen kan besmetten
  5. 11. Verbond van christendemocraten, groenen, liberalen en sociaaldemocraten
  6. 14. Voorziening die aangeeft hoeveel mensen op een bepaalde plek aanwezig zijn
  7. 15. Samenleving die zo is ingericht dat burgers in de publieke ruimte en in publiek toegankelijke locaties ten minste anderhalve meter afstand tot anderen kunnen bewaren, m.n. ter voorkoming van virusepidemieën
  8. 16. Party georganiseerd en bezocht door mensen die een lockdown ten gevolge van een grootschalige uitbraak van een virusinfectie niet serieus nemen
Down
  1. 1. Persoon, buiten de eventuele leden van je gezin, met wie je nauw (fysiek) contact mag hebben, m.n. tijdens de coronacrisis
  2. 2. Bijdrage die betaald moet worden om kinderen op school een dutje te laten doen
  3. 4. Voor iemands raam verschijnen omdat je de persoon in verband met besmettingsgevaar niet te dicht mag naderen
  4. 5. Zone op de baan die automobilisten bij file moeten vrijmaken voor de hulpdiensten
  5. 6. Scheldwoord voor iemand die de maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 volstrekt negeert
  6. 10. Tijdens een lockdown via digitale hulpmiddelen nieuwe leerstof doornemen die later in de klas herhaald zal worden
  7. 12. Grote keuken waar afhaalmaaltijden worden bereid voor restaurants die alleen virtueel (online) bestaan
  8. 13. Fiscaal voordelig aandeel in de onderneming van een vriend of familielid