woorden op -au, -ou, -ei, -ij

123456789101112131415
Across
  1. 2. Oma en opa zijn niet zo jong meer, ze zijn al...
  2. 3. Een speeltoestel waar je vanaf kan schuiven.
  3. 7. Dat eendje is niet mooi, maar heel...
  4. 8. Een klein schip dat door de wind kan worden voortbewogen.
  5. 11. Voor korte tijd bewusteloos raken.
  6. 12. Een varken dat leeft in het wild.
  7. 13. Een witte, grote beer die in het noordpoolgebied woont.
  8. 15. Bomen bestaan volledig uit deze stof.
Down
  1. 1. Een klein schattig knaagdier met lange oren.
  2. 4. Plaats waar er veel verschillende dieren zijn en vaak ook groenten en fruit worden gekweekt.
  3. 5. De kleur van de zee
  4. 6. het hoofdbestanddeel van spaghetti
  5. 9. Dit eet je als het heel warm is.
  6. 10. Papa en mama zijn jouw...
  7. 14. Wie iets doet wat niet mag is...