Woorden paragraaf 4.3

1234567891011121314151617181920
Across
  1. 4. krachtig
  2. 5. steeds, voortdurend
  3. 7. ongedierte beestjes die schadelijk of lastig zijn.
  4. 11. erover nadenken, de voors en tegens afwegen
  5. 13. niet te voorkomen
  6. 15. aantonen, aan het licht brengen
  7. 17. uitstekend, voortreffelijk
  8. 19. leiden, ergens naartoe brengen
  9. 20. kalmeren, rustig laten worden
Down
  1. 1. nieuw vel krijgen
  2. 2. logica juiste opeenvolging van oorzaak en gevolg
  3. 3. bloed wel kunnen drinken iemand heel erg haten, een enorme hekel hebben aan iemand
  4. 6. ouderwets, niet meer van deze tijd
  5. 8. aan de buitenkant
  6. 9. goed als bijna
  7. 10. goede banen leiden zorgen dat iets goed verloopt
  8. 12. inzien dat iets niet zo belangrijk is
  9. 14. natuur aangeboren eigenschap, de planten en dierenwereld
  10. 16. aanschaf aankoop
  11. 18. inzien, toegeven