Woorden thema 2

12345678910111213141516
Across
  1. 2. ... jullie te bungeejumpen?
  2. 3. Mijn nicht heeft een klein .... Ze verkoopt babykleren op internet.
  3. 4. Kinderen ... is niet makkelijk. Hoe leer je een kind nu goed gedrag?
  4. 8. De docent is ... omdat geen enkele cursist het huiswerk heeft gemaakt.
  5. 11. Je moet me ... dat je niemand over mijn affaire met de buurman vertelt.
  6. 12. Toen ze hoorden dat hun puberzoon een bushokje kapot had gemaakt, werden ze erg ...
  7. 13. Ik ben niet ... opgevoed. Ik mocht vroeger heel veel van mijn ouders.
  8. 15. Mijn collega heeft het altijd erg druk, maar je hoort hem nooit ....
  9. 16. ... ik thuis ben, zal ik je bellen.
Down
  1. 1. Kun je kinderen beter ... voor verkeerd gedrag of belonen voor goed gedrag?
  2. 4. De buren proberen al maanden een ... voor hun ruzie te vinden.
  3. 5. Sophie is erg ... omdat haar vriend bij haar weg is.
  4. 6. Ze ... om niet te verhuizen, maar om hier te blijven wonen.
  5. 7. Ik ben ... want ik moet straks Staatsexamen doen.
  6. 9. Het was een ... dat de hotelmanager een relatie met zijn receptioniste had.
  7. 10. Nadat hij een televisie had gestolen, werd hij door de politie opgepakt wegens ....
  8. 11. Ik woon in een leuke .... De buren zijn aardig en er zijn regelmatig buurtactiviteiten.
  9. 14. Toen die leuke jongen vroeg of ze met hem wilde dansen, begon ze meteen te ....