Woordenschat 'De wereld rond'

123456789101112131415161718
Across
  1. 5. Een voorwerp dat een herinnering is aan iets of iemand.
  2. 6. Het voor de wet bij een bepaald land horen.
  3. 8. De stad waar de regering van een land of een streek is.
  4. 10. Dit die je met een boot.
  5. 11. Iets vervelends, iets dat je niet leuk vindt.
  6. 12. Veel bergen bij elkaar. Vb. De Alpen.
  7. 14. Het werelddeel waarin China ligt.
  8. 15. Een hele grote plek waar met veel zand. Vb: De Sahara.
  9. 17. Een stuk land dat volledig omringd is door water.
  10. 18. Groter dan zeeën, heeft zout water.
Down
  1. 1. Iemand die van sport houdt.
  2. 2. Een windstreek: Engeland ligt ten .... van België.
  3. 3. Mensen die een stad of land bezoeken maar daar niet wonen.
  4. 4. Niet dichtbij maar ...
  5. 5. Iets waar je heel goed in bent, of iets dat eigen is aan een land of streek.
  6. 6. Het werelddeel waar Canada in ligt.
  7. 7. Verwijzend naar de Tropen.
  8. 9. Iets heel leuk vinden.
  9. 13. Een denkbeeldige lijn die aangeeft waar ene gebied stopt.
  10. 16. De denkbeeldige lijn die even ver van de noordpool als van de zuidpool ligt.