Woordenschat IT: Test

1234567891011121314
Across
  1. 4. De vuilnisbak van de computer.
  2. 7. Een geluidsbox naast de computer.
  3. 8. Geef de infinitief van het verbum: Ik ... een kabel ... de computer.
  4. 9. Je gebruikt het om naar muziek te luisteren. Het zijn niet de oortjes.
  5. 12. Je kan erop typen.
  6. 13. Een bericht met een fout.
  7. 14. Apparaat dat documenten afdrukt.
Down
  1. 1. Windows, Linux, iOS
  2. 2. Geef de infinitief van het verbum: Ik start een computer. Ik ... een computer ...
  3. 3. Niet knippen of kopiëren, maar ....
  4. 5. Zowel een dier als een computeronderdeel.
  5. 6. Ik .... een e-mail.
  6. 10. Het hart van de computer.
  7. 11. Op het internet gaan.