Woordenschat taal thema 1

123456789101112131415161718
Across
  1. 5. als mensen uit een ander land in Nederland komen wonen.
  2. 8. toestemming die iemand moet hebben om te wonen en werken in een land.
  3. 11. als je geduld hebt met andere mensen die anders denken.
  4. 13. verhuizen naar een ander land.
  5. 14. zeggen wat iemand goed heeft gedaan.
  6. 15. voor iets vluchten.
  7. 16. iemand die nog maar kort ergens is.
  8. 17. iets gemeens zeggen om iemand pijn te doen.
  9. 18. wat er eerder gebeurd is in iemands leven en waar iemand vandaan komt.
Down
  1. 1. alle mensen die samen in een land leven met hun eigen regels.
  2. 2. 'jij' tegen iemand zeggen in plaats van 'u'.
  3. 3. een groep mensen die hulp biedt aan mensen en landen met problemen.
  4. 4. dingen zeggen om iemand bang te maken.
  5. 6. hoe je je gedraagt.
  6. 7. de vraag om iets te doen of juist niet te doen.
  7. 9. uit welk land je komt.
  8. 10. het waarderen en goed behandelen van iemand.
  9. 12. iemand die gevlucht is uit zijn land en in een ander land vraagt om er te mogen wonen.