Woordenschat Thema 2

12345678910111213141516171819
Across
  1. 5. De baby huilt ... als hij honger heeft.
  2. 6. Een verkeerd geraakte bal, waardoor een vreemd effect ontstaat zodat de bal alle kanten op gaat, behalve de juiste.
  3. 8. Mijn ... idee was dat ik leerkracht wou worden, dat wist ik al vanaf het begin.
  4. 10. Wanneer ik een appartement ga huren moet ik een ... ondertekenen. Dat is een overeenkomst.
  5. 14. Het antoniem van dialoog is ...
  6. 15. Als je de signaalwoorden eerste, tweede, derde... ziet, weet je dat de structuur ... is.
  7. 16. Iemand die niet kan lezen noch schrijven is een ...
  8. 17. De laatste man
  9. 18. een kleed dat een monnik draagt
  10. 19. Het is erg opvallend of ... hoe hij gelijkt op zijn vader.
Down
  1. 1. Deze woorden verduidelijken de structuur
  2. 2. Voor een toneelvoorstelling heb je vele ... nodig: lichten, kledij, tafels, podia...
  3. 3. tekstblokje
  4. 4. Die schoenen zijn ..., ze zijn erg sterk en gaan lang mee.
  5. 7. Dat meisje is erg .... Al is ze erg rijk, ze loopt er niet te koop mee.
  6. 9. Deze woorden zijn de belangrijkste woorden uit een alinea/tekst.
  7. 11. Die vrouw spreekt altijd op dezelfde manier, zonder intonatie. Dat is erg ...
  8. 12. De manier waarop ik over iets denk, dat is mijn ...
  9. 13. Voor NAW kennen we een ... om bladeren te benoemen.
  10. 16. Wanneer je een griepspuit krijgt, krijg je een ... binnen waardoor je geen griep zal krijgen.