Woordenschat

1234567891011121314
Across
  1. 3. ouders en hun kinderen, maar niet oma's en tantes
  2. 5. de taal die in Nederland wordt gesproken
  3. 9. de plek waar je huis staat
  4. 11. een persoon die voor de gemeente werkt
  5. 12. iemand die les krijgt aan de universiteit
  6. 14. niet daar, maar...
Down
  1. 1. niet het meisje, maar de...
  2. 2. waar je spulletjes koopt
  3. 4. waar zieke mensen worden behandeld
  4. 6. zoals jij heet en (waarschijnlijk) je vader heet
  5. 7. een kleine weg die door een dorp loopt
  6. 8. niet meer in leven
  7. 10. waar de vliegtuigen landen en opstijgen
  8. 13. een kaartje waarmee je kunt reizen