Woordpakket 15

123456789101112131415161718
Across
  1. 2. Ik heb tien tenen en tien ....... .
  2. 4. De muziek ..... gisteren luid in de feestzaal.
  3. 5. Een hele luide roep.
  4. 6. De burgemeester wil iets zeggen en klapt daarvoor 2 keer in zijn handen, hij wil ........ .
  5. 10. De dief ...... met de auto.
  6. 12. Wanneer 2 mensen elkaar slaan en schoppen.
  7. 13. Hij zegt .... u omdat hij net een snoepje kreeg.
  8. 15. Hij heeft net een jas gekocht. De jas is nieuw.
  9. 16. Het is een dit dat over de grond kruipt en sist.
  10. 18. De boswachter ..... op konijnen en vogels.
Down
  1. 1. Ik ..... de gevonden gsm naar de juf.
  2. 2. Een grote auto waar je grote materialen mee vervoert.
  3. 3. De juf .... dat we onze schriften in de bank moeten steken.
  4. 4. Hij is heel sterk, hij heeft veel ...... .
  5. 7. Hij ..... dat hij de wedstrijd gaat winnen.
  6. 8. De jongen .... het meisje tegen de grond.
  7. 9. Een stukje tekst dat ik verstuur met mijn gsm.
  8. 11. Niet rechts maar ...?
  9. 14. Het .... van een kat noemen we een kitten.
  10. 17. Hij ..... dat de plas niet zo diep was, maar nu is hij helemaal nat.