Woordpakket 16

12345678910111213141516171819
Across
  1. 3. Ik heb een broertje en een ...
  2. 7. Je hebt goede en ... gewoontes.
  3. 8. De dieven konden ... en gingen zo met de buit aan de haal.
  4. 10. Op het feestje van Sofie had ik veel ...
  5. 13. We vonden net een katje aan onze ...
  6. 16. Ook al doe je het niet graag, ... moet je het maken!
  7. 17. Midden in de nacht zag ik een ... schijnen.
  8. 18. "Waarachter?" "...!"
  9. 19. Er zat een piepklein ... op de zolder. Het was een muis.
Down
  1. 1. "Wat zit er in dat ...?" "Dat verklap ik niet!"
  2. 2. Hans en Grietje konden niet van het peperkoeken... afblijven.
  3. 4. "Auw, dat doet pijn! Doe eens wat ... aan"
  4. 5. Pieter lacht ermee, er verschijnt een ... op zijn gezicht.
  5. 6. Een synoniem van vechtpartijen.
  6. 9. "Oh nee, ik ben iets vergeten! We moeten ... rijden!"
  7. 11. Een plaats waar producten worden verkocht en gekocht.
  8. 12. De ouders van Libby ... me veilig naar huis.
  9. 13. Als je iets krijgt, zeg je danku, als je iets geeft zeg je ...
  10. 14. Hij lachte in ...
  11. 15. Het tegenovergestelde van verder.