Woordpakket 18: apenwoorden

12345678910111213141516171819202122232425262728
Across
  1. 3. De ... wolf en Roodkapje.
  2. 5. Ik zag in de zoo 2 ... .
  3. 8. Soms als papa met de auto rijdt mag ik eens ... .
  4. 10. Ik ben moe, ik ga ... .
  5. 12. Op zee varen er veel ... .
  6. 13. Niet voor maar ... .
  7. 16. Wij ... een stuk vlees aan het spit.
  8. 18. Ik ben niet alleen, we zijn met ... .
  9. 20. Zacht.
  10. 22. Iets pakken of ... .
  11. 23. Papa is een boom in 2 aan het ... .
  12. 25. 1 vuur, 2 ... .
  13. 27. Je kan een huis kopen of ... .
  14. 28. Wie wil mij ... op de schommel?
Down
  1. 1. Vlug bewegen.
  2. 2. Dat is een ... tafel, ik kan er bijna niet boven kijken.
  3. 4. Jassen hangen we op aan ... .
  4. 6. Wij ... ruzie!
  5. 7. Dit doen veel mensen 's nachts.
  6. 9. Ik maakte een fout, wat een ... .
  7. 11. 100 centimeter = 1 ... .
  8. 13. Ik wil mijn tekening ... aan de juf.
  9. 14. Dit leg je op jou als je slaapt.
  10. 15. Een huis bestaat uit 4 ... en een dak.
  11. 16. Als de soep te warm is, moet je ... .
  12. 17. Een ander woord voor ronddwalen.
  13. 19. Sneeuwwitje en de ... dwergen.
  14. 21. Een soort vogels.
  15. 24. Met iemand trouwen.
  16. 26. Minder hard gaan waaien.