Woordpakket 2: hoorwoorden

1234567891011121314151617181920212223242526
Across
  1. 1. Ik heb ... in mijn been.
  2. 4. Een olifant heeft een ... .
  3. 5. Ik wil drinken, ik heb ... .
  4. 7. Op mijn pannenkoeken doe ik soms ... .
  5. 10. Een grote groep insecten.
  6. 11. Dit schaaldier vind je in de zee.
  7. 13. Een lijn of een ... .
  8. 17. Niet nu maar ... .
  9. 18. Niet zwak maar ... .
  10. 19. Een dozijn.
  11. 21. Deze persoon komt voor in Sneeuwwitje.
  12. 23. Dat weet toch iedereen, dat weet ik ... !
  13. 24. Een ander woord voor dokter.
  14. 25. Hiermee zwaaiden de oermensen in het rond.
  15. 26. Geen prinses maar een ... .
Down
  1. 1. Als je ziek bent, krijg je soms ... .
  2. 2. Ik ben met mijn auto gebotst, nu zit er een ... in.
  3. 3. Dit droeg de boer vroeger aan zijn voeten.
  4. 4. Als het hard waait en regent spreken we ook van een ... .
  5. 6. Geen zussen maar ... .
  6. 8. Geen boom maar een ... .
  7. 9. Een seizoen.
  8. 12. Als je verdrietig bent dan heb je ... nodig.
  9. 13. Een zonne... .
  10. 14. Niet je gehoor, maar je ... .
  11. 15. Ai, mijn broek zit heel ... .
  12. 16. Dat loopt een beetje moeilijk.
  13. 20. Ik kijk graag naar ... in de cinema.
  14. 22. Een mooie schijn.
  15. 25. Ik ben er bijna, ik ben op ... .