woordpakket 22

12345678910111213141516171819
Across
  1. 2. Ik ga ... even naar het toilet.
  2. 6. Hij is een ... speler.
  3. 7. Aan de ... moet je betalen.
  4. 10. Ik zeg ... als ik iemand tegenkom.
  5. 12. Laura gaat Willem ... op de speelplaats.
  6. 14. Op de ... vind je veel dieren.
  7. 16. En ... praten de kinderen in de gang.
  8. 18. De papa van mijn papa is mijn: ... .
  9. 19. Het duurt ... voor hij komt.
Down
  1. 1. De juf schrijft '...' in mijn schrift als ik geen fouten maak.
  2. 3. Een vis heeft ... .
  3. 4. Het tegenovergestelde van papa is: ... .
  4. 5. Zoë staat heel leuk op de ... .
  5. 8. Hij ... tegen zijn broertje.
  6. 9. Een ... heeft een buidel.
  7. 10. De ... in zee eten veel vissen.
  8. 11. De bloemen ... mooi in de tuin.
  9. 13. Hij bleef maar ... van de pijn.
  10. 15. Soms drink ik thee, maar 's morgens altijd ... .
  11. 17. Elke avond kijken we om 7u naar het ... .