Across
- 3. Daarmee vlieg je naar de maan
- 5. Je moet naar de gevangenis als je iemand doodt, dus als je een ......... hebt gepleegd
- 6. Een andere naam voor de aarde
- 9. De maaltijd die je 's middags eet
- 12. Een huisdier
- 13. De pauze op school
- 15. Vogels kunnen ...... maar mensen niet
- 16. Geld dat je iedere week van je ouders krijgt
- 18. 100
- 19. Je gebruikt het om je boeken te dragen
Down
- 1. Dit gebruik je om mee te kleuren
- 2. De zevende dag van de week
- 4. Als je sport dan ben je aan het ..........
- 7. Zo stil dat je een speld kan horen vallen
- 8. Je tanden tonen
- 10. Daar worden frietjes van gemaakt
- 11. Er zijn twaalf ......... in een jaar
- 14. Iemand die je heel erg haat, het omgekeerd van je vriend
- 15. We zijn ......... 6 mei
- 17. Waar je al je geheimen iedere dag in neer schrijft
